Het Nijenhuis bij Diepenheim
Het Nijenhuis in Diepenheim is halverwege de 17de eeuw gebouwd als een klassiek Amsterdams groot grachtenhuis, maar dan in Twente. Rechthoekig. Toegang in het midden. Sousterrain beneden voor het personeel, beletage voor de bewoners en een verdieping en zolder erboven.
In 1799 heeft Gerrit Schimmelpenninck, de vader van de latere raadpensionaris, het Nijenhuis gekocht. In een aparte historische afdeling wordt het erfgoed van de raadpensionaris, zijn zoon en zijn kleinzoon bewaard. Deze afdeling is te bezoeken.
> Lees meer over het bezoeken van het Nijenhuis…
Geschiedenis
Het woord ‘Nijenhuis’ (nieuw huis) impliceert dat er ook een oud huis is geweest. Helaas is daar zeer weinig van bekend. Er wordt vermoed dat het oude huis niet op deze plek gestaan heeft.
De oudste vermelding van de naam ‘Nyehuys’ dateert van 1380. Van het oude ‘nieuwe huis’ zijn geen afbeeldingen bekend. Er staat wel een rijmpje bovenin het timpaan van het huidige huis:
Van ’t oude Huys dat is vergaen
Ziet Gij hier noch den datum staen
Ano 1491
De kern van het huidige Nijenhuis stamt uit 1662 en is ontworpen door de bekende Amsterdamse architect Philips Vingboons. De toenmalige eigenaar, Roelof van Hoevell, wilde blijkbaar een modern huis van een beroemde architect. Waarschijnlijk is Vingboons nooit in Diepenheim geweest, dat in die tijd immers enkele hobbelige dagreizen per koets van Amsterdam lag. Tot het einde van de 18e eeuw bleef het Nijenhuis in de familie Van Hoevell.
In 1799 werd het landgoed gekocht door Gerrit Schimmelpenninck voor zijn zoon Rutger Jan. Hij heeft tot het einde van zijn leven steeds weer lange periodes op het Nijenhuis gewoond. Daarna is het landgoed in de familie gebleven en tot op heden steeds bewoond geweest. Het huis is in 1860 uitgebreid met twee torens aan de voorzijde, die het geheel een statig karakter geven.
In 1914 zijn ook nog twee torens aan de achterzijde gebouwd. Een toren heeft de maatvoering gekregen om een serie beschilderde behangsels te herbergen, die eerder in het huis van Lodewijk en Eugenie in Den Haag hingen.
In 2010-2011 heeft het Nijenhuis een aparte toegang gekregen met een nieuwe brug aan de zuidzijde voor de bezoekers van de historische afdeling die sindsdien op aanvraag kan worden bezocht.
Ontwerptekening voorgevel van het Nijenhuis voor een verbouwing eind 18e eeuw
Het Nijenhuis in 1827, potlood en aquarel door H.M. van Eck
Het Nijenhuis met alleen de voortorens, ca. 1890
Buitenplaats
Eén van de bijzonderheden van het Nijenhuis is dat de buitenplaats als geheel zo goed behouden is gebleven: de bouwhuizen met paardenstallen, de werkplaats, de moestuin met oranjerie, het park met een theehuisje en een ijskelder zijn allemaal nog aanwezig. Ook enkele fraaie boerderijen zijn zoveel mogelijk in oude staat behouden.
Een landgoed was er van oudsher op ingericht om zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. Groente en bloemen uit de eigen tuin, vlees en zuivel van de boerderijen en ’s winters een zelfgeschoten fazant op tafel. Personeel en pachters zorgden ervoor dat het de eigenaren aan niets ontbrak.
Landschap en natuur
In de tijd van Rutger Jan Schimmelpenninck is een romantisch wandelbos aangelegd rond de Diepenheimse Molenbeek. Dit wandelbos met slingerende paden, oeroude bomen en schilderachtige doorkijkjes is nu – na zo’n 200 jaar – geheel gerenoveerd. Iedereen kan ervan meegenieten omdat het bos opengesteld is.
Verder kenmerkt het landgoed zich door kleinschalige weilanden in een zogenaamd coulisselandschap. Tussen de onregelmatig gevormde akkers liggen houtwallen of bospercelen en op de akkers staan hier en daar ‘solitairen’ (vrijstaande bomen). Daardoor is een grote diversiteit in flora en fauna gegarandeerd.
> Lees meer over Landgoed Nijenhuis & Westerflier…